In de onderwijswereld is het onrustig. Er zijn verschillende visies op de manier waarop kinderen leren of moeten leren. Met name het leren van peuters en kleuters staat onder geweldige druk. Men lijkt niet te willen begrijpen dat jonge kinderen anders leren dan volwassenen. Kinderen leren met hart en hoofd en handen, met hun hele hebben en houden. Het latere, schoolse leren, moet zich enten op een basisontwikkeling ten aanzien van praten, bewegen en denken. De hardware van het brein. Niemand hoeft hiervoor gemotiveerd te worden, het gaat vanzelf. Er is geen peuter die bij zijn pogingen om te leren lopen en daarbij natuurlijk regelmatig valt zegt: met dat lopen heb ik het nu wel gehad. Met praten en denken evenmin. De ontwikkeling van praten, denken en bewegen vindt spelenderwijs plaats in een warme, begrijpende en aanmoedigende omgeving. Dat is een omgeving waar blijheid is. Het is ook een omgeving waar vrijheid is voor zover een kind die aankan. In zo’n omgeving leert het kind ook sociale vaardigheden en zelfregulerend gedrag. En vooral die laatste twee zijn bepalend voor het uiteindelijke schoolsucces.
Prof.dr. Sieneke Goorhuis-Brouwer is orthopedagoog en spraaktaalpatholoog. Zij werkte 34 jaar binnen het UMCG, waar zij wekelijks met haar team 30 kinderen onderzocht met (vermeende) ontwikkelingsproblemen. Thans is zij lector Early Childhood aan de Stenden Hoge School Noord Nederland.
Zij schreef de hoofdstukken uit Peuters en kleuters onder druk voor een groot deel als columns voor onder andere het Friesch Dagblad.
"Deze pas verschenen bundel levert een bijdrage aan de discussie over het leren van peuters en kleuters en de bijbehorende toetsing. Goorhuis betoogt dat kleuters anders leren dan volwassenen. Kleuters leren volgens haar met hart en hoofd en handen. (...) Goorhuis is een tegenstander van de huidige toetscultuur zoals zij in het hedendaagse onderwijs aan jonge kinderen ervaart."
- Uit VHZ 4 (2014): Peuters en kleuters onder druk