De roep om nog meer school wordt alsmaar luider; een waar opbod van zowat alle politieke partijen breidt de greep van de school op kinderen nog verder uit. Tegelijkertijd worden bijna álle leerlingen gediagnosticeerd met één of andere leer- of gedragsstoornis. Bij gebrek aan ruimte en tijd voor hun eigen ontwikkeling plooien ze zich goedschiks of kwaadschiks naar de eisen van de schoolse omgeving. Ten slotte worden deze aanpassingen tot ziektebeeld verheven door dezelfde opvoeders en instituten die aan de basis liggen. De opvoedkundige omsingeling van kinderen is quasi-totaal. Hoog tijd voor een ander geluid, hoog tijd voor een ontscholing van het leren en het leven!
In Leven zonder school onderzoeken Johan Van Eeckhout en co-auteur Freddy Bonnu het voorschoolse leren; we leren immers nooit méér dan in die periode. Wat zijn de eigenschappen van dat leren? Door welke brandstof wordt het aangedreven? Als we aandachtig kijken, zien we dat we veel kunnen leren van het leren van het jonge kind: het volgt zijn interesse, kijkt met een onbevangen blik, experimenteert als een echte wetenschapper...
Wat een schril contrast met de omgeving en het leren die hem te wachten staan aan de andere kant van de schoolpoort. Daar doet zijn interesse er niet meer toe en moet hij voortdurend warmlopen voor wat de leerkracht belangrijk vindt. Al snel leer je dat je het zélf niet kan, dat jouw interesse er niet toe doet, dat jij er niet toe doet.
Die les van gehoorzaamheid en wantrouwen ten aanzien van het eigen leervermogen leert de school ons vlekkeloos. Wie de onstaansgeschiedenis van de school bestudeert, kijkt daar alvast niet van op: van meet af aan was ze erop gericht grote groepen mensen te disciplineren en te laten warmlopen voor de belangen van oorlogszuchtige staatslieden en inhalige industriëlen. Met haar hedendaagse uitbreiding in ontwikkelingslanden en de medicalisering van de kinderen in onze contreien wordt haar greep meer totalitair.
Maar er zijn ook redenen voor een hoopvolle stemming. Steeds meer ouders stellen zich vragen bij de huidige opvoedingsmanie. Zij proberen op allerlei manieren hun kinderen te ondersteunen in hun spontane ontwikkeling, erop vertrouwend dat onderwijzende handelingen die altijd verstoren. Dat experiment vraagt van hen dat ze ook zélf opnieuw als lerende in het leven gaan staan en heersende opvattingen over kinderen in de praktijk bevragen. Ontscholing is een fundamenteel onderdeel van die paradigmawissel. Wanneer het leren door de schoolpoorten heenbreekt en opnieuw een fundamenteel onderdeel wordt van ons leven en samenleven, ontstaat er een onvermoede rijkdom.
De mooiste liederen moeten nog gezongen worden...
Meer informatie over de auteurs en het boek op www.levenzonderschool.be.
Recensie:
Deze publicatie, opgebouwd rond een briefwisseling, verkent de boeiende levens van ontscholers en laat bovendien zien waarom leer- en gedragsproblemen van kinderen meer te maken hebben met de school dan met het kind. Ondanks dat ontscholing niet door iedereen toegepast zal worden, worden waardevolle suggesties gegeven om het huidige onderwijs kritisch te overdenken en wellicht op bepaalde punten te wijzigen. In vergelijking met andere werken over ontscholing is deze publicatie zeer veelzijdig en diepgaand.
- Drs. Ben Daeter (NBD Biblion)