We hadden het, maar door de nu bijna al een jaar durende sociale distantie, lijkt het iets aan de horizon of uit een ver verleden: aanraken. Een van de meest basale eigenschappen van onze soort: kussen, aaien, wrijven, schouderklopje, handen geven, omhelzen, knuffelen: Gezelligheid en affectie en zo ver weg. Maar ons aanraak-DNA komt weer terug: dat is de boodschap waaraan we ons kunnen laven.
Larissa Pans schreef in dagblad Trouw van 13 februari een mooi artikel hierover: De onhandige ellebooggroet is geen blijvertje, aanraking zit in het DNA van de samenleving. Naast een inkijkje in de geschiedenis ook aandacht voor het menselijk aanraak-DNA. En in artikel ook inbreng voor de ideeën van Marijke Sluijter. Ze legt in haar boek uit dat een kind zich de wereld toe-eigent door ernaar te grijpen. Daarom is lijfelijk ervaren zo belangrijk, want het lichaam is het punt waar gevoel en verstand samenkomen. Bij aanraking van de huid komt het hormoon oxytocine vrij, dat een gevoel van welbehagen veroorzaakt: in de woorden van Sluijter het “hormonale cement waarmee we ons met elkaar verbinden”.
Artikel in Trouw is hier te lezen
Boek: Aanraken als levensbehoefte via deze pagina
Website: Aanraken, een levensbehoefte