De wetenschap heeft weinig aandacht voor ouderschap. Alice van der Pas doet een serieuze poging om dit onderontwikkelde gebied van de psychologie in kaart te brengen. Drie zaken zijn opmerkelijk in de wijze waarop zij dat in dit boek doet:
Deel I – De dagelijkse praktijk van ouderschap
Deel II – ‘Bufferprocessen’ ter bescherming van de ouderlijke werkvloer
Deel III – Omstandigheden en hun invloed op ouderschap
De bekommernis van de auteur om de belangen van kinderen staat buiten kijf. In dit boek echter, zet zij het kind even, theoretisch, de kamer uit opdat het de aandacht van de lezer niet afleidt van de ouders.
Van der Pas geeft een totaalvisie op ouderschap door de interesse voor het interactionele en het systemische te integreren met aandacht voor de intrapsychische en cognitieve aspecten van ouderschap.
Uitzonderlijk, ten slotte, voor een boek over ouders, is dat het woord 'moeten' er niet in voorkomt. Een antwoord op de vraag hoe je als ouder je kind moet grootbrengen zul je in dit boek dan ook niet vinden. De aandacht van Van der Pas voor 'het gewone, nooit-goed-genoeg-ouderschap' is beschrijvend, analyserend, verklarend, ordenend' niet normerend.
Van der Pas ontdoet ouderschap in Naar een psychologie van ouderschap van ideologische spinnenwebben en wollige mythologie.
Handboek Methodische Ouderbegeleiding is dé reeks om binnen handbereik te hebben voor elke maatschappelijk werker of gedragsdeskundige die te maken krijgt met ouders en opvoedproblemen.