Als met betrekking tot kinderen of jeugdigen hulpvragen ontstaan en specifieke zorg verleend gaat worden, zoals in de jeugdzorg, de jeugd-ggz en in een aanzienlijk deel van het speciaal onderwijs en clusteronderwijs het geval is, is het van groot belang dat deze zorgverlening zo goed mogelijk plaatsvindt. Aan zorgverlening volgens de best denkbare standaards liggen onderzoek en diagnostiek ten grondslag. Onderzoek en diagnostiek op zich volstaan echter niet. Ze moeten omgezet worden in begeleiding en behandeling. Lang is gedacht dat onderzoek, diagnostiek en behandeling een trias vormen die, waarbij de een min of meer vanzelfsprekend in de ander overgaat. In jeugdzorg, jeugd-ggz en speciaal onderwijs gaan ze echter niet vloeiend in elkaar over; er is een ontbrekende schakel: behandelingsplanning.
In dit boek staan behandelingsplanning en het behandelingsplan als schriftelijke neerslag daarvan centraal: zij slaan een brug tussen onderzoek en diagnostiek enerzijds en begeleiding en behandeling anderzijds. Fop Verheij presenteert behandelingsplanning als een proces waarvoor tijd ingeruimd moet worden en waaraan eigen voorwaardelijke aspecten te onderkennen zijn.
De auteur heeft er voorts voor gekozen om allereerst, in de eerste vier hoofdstukken, vrij uitgebreid in te gaan op de voorwaarden waaraan voldaan moet worden wil behandelingsplanning een logisch onderdeel worden binnen een instelling. Daarna volgt een praktisch deel waarin hij expliciet in gaat op (be)handelingsplanning en waarbij hij varianten van een algemeen (be)handelingsplan en van disciplinaire (be)handelingsplannen toont.