Prof. dr. Jan Dirk van der Ploeg (2 maart 1927-4 april 2025) heeft vrij onverwacht het leven verlaten. Onverwacht, niet omdat zijn leeftijd daartoe geen aanleiding gaf, maar omdat Jan ogenschijnlijk niet werd geplaagd door vervelende ziektes. Integendeel, zelfs op 98-jarige leeftijd schreef hij nog rustig door aan nieuwe boeken en reviseerde hij drukproeven voor nieuwe drukken. Maar kort voor zijn overlijden bleek een pijn te ontstaan die voor hem het einde zou gaan betekenen en waar hij in berustte.
(De afscheidsbijeenkomst is live te volgen op zaterdag 12 april om 12.00 uur via https://kerkdienstgemist.nl/stations/1964 )
Jan van der Ploeg was in veel opzichten een bijzondere man. Zijn hoogleraarschap bij de Universiteit Leiden eindigde in 1993 en in de jaren die sindsdien verstreken liet hij een tsunami aan publicaties ontstaan. Artikelen, maar met name boeken: Tegen de 40 boektitels! Prof. Willem Koops: “Zijn persoonlijkheid en zijn werk wordt samengebald in het begrip empathie. Met die empathie verrichtte hij baanbrekend commissiewerk en was hij een zeer heldere ( zich in de lezer verplaatsende) auteur.”
Paul Roosenstein: "Het zou zomaar een 30 jaar jubileum zijn waarin Jan contact had met uitgeverij SWP en met mij. In die jaren was hij zowel oprichter als redactioneel betrokken bij het International Journal of Child and Family Welfare én bij TIAZ – Het tijdschrift voor interdisciplinaire adolescentenzorg. En vanaf het eind van dat decennium – een periode waarin hij al lang gepensioneerd was - kwam een steeds grotere stroom publicaties aan de oppervlakte. Belangrijke thema’s waren eenzaamheid, vriendschappen, thuisloosheid en later de gedragsproblemen. Hij stimuleerde het vakgebied door via de jeugdhulporganisatie Bergsche Bos een HBO-prijs voor te zitten voor de beste scripties en later voor de opvolger Horizon tot 2017 idem een jaarlijkse prijsvraag voor academici. Naarmate de tijd verstreek groeide zijn behoefte om meer boeken uit te geven. Drie dagen na zijn overlijden rolde zijn laatste boek over Ideale kinderen van de pers, terwijl hij ook de proeven voor een herdruk van Had me dat eerder verteld nog op zijn bureau had liggen. Jan van der Ploeg: een geïnteresseerd, ingetogen, integer en opgewekt mens met een enorme drive om kennis te bevorderen en te verspreiden. Een icoon in zijn vakgebied die tot 2 jaar voor zijn eeuwwisseling dag in dag uit op zijn werkkamer zat te broeden op nieuwe pennenvruchten. Die zullen voortaan zeker door mij gemist worden.”
Prof. dr. Erik Knorth: “Jaarlijks ging ik bij Jan van der Ploeg op bezoek in Oegstgeest, de laatste keer in mei 2024. Hij was vanaf de jaren ’80 mijn leermeester, mijn leidinggevende (aan de Leidse universiteit) en mijn promotor. Onze verhouding leek op die van vader en zoon. Hij vroeg mij, achterin een hoekje in de woonkamer gezeten, steevast naar ‘de laatste stand van zaken’ in de orthopedagogiek en het jeugdveld. Bij het weggaan ontving ik altijd een of meer zojuist door hem gepubliceerde boeken. Het tempo waarin hij schreef was ongeëvenaard. Zijn geheim: een strakke discipline, elke dag opnieuw. Hij beschikte over een enorme hoeveelheid kennis over kwetsbare jeugdigen en hun gezinnen, en deelde die met een groot publiek. We hebben veel samengewerkt bij Orthopedagogiek in Leiden en binnen EUSARF (de European Scientific Association on Residential and Family Care for children and adolescents), waarvan Jan medeoprichter en enkele jaren vice-voorzitter was. In 2019 mocht ik hem tijdens een congres van de NVO de Lemniscaat Prijs uitreiken vanwege zijn uitzonderlijke verdiensten voor de (ortho)pedagogiek en de jeugdzorg.”
Prof.dr. Louis Tavecchio: “Jan van der Ploeg was iemand die stond voor zijn mening. Hij durfde het oneens te zijn met collega’s, niet op een intimiderende wijze, maar zeer resoluut. Hij was ook een betrokken wetenschapper, met hart voor de problemen van jeugd en jongeren en hoe je die zou kunnen oplossen. Een (ortho)pedagoog die vanuit een stevig onderbouwde theoretische visie altijd koos voor de praktische toepasbaarheid van resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ik vond Jan een fijne, prettige collega.”
Dr. Peter van der Doef: “Met Jan heb ik samengewerkt in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Wij scheelden meer dan twintig jaar in leeftijd, waardoor Jan een soort vaderfiguur was die mij met raad en daad heeft bijgestaan. Ik herinner me goed zijn relativerende en stimulerende opmerkingen in de redacties van tijdschriften als TIAZ en J* in de jaren negentig waaraan we deelnamen en dank hem voor de uitnodigingen tot boek- en congresbijdragen. Ons referentiekader was de residentiële jeugdhulpverlening, waaraan ik met collega’s wetenschappelijke vorm wilde geven. In Jan vonden wij de ideale figuur om als mentor op te treden, om de verbinding te realiseren tussen wetenschappelijk onderzoek en de altijd weerbarstige praktijk. Ik ben hem voor de invulling van deze rol nog steeds dankbaar, hoewel onze wegen later meer uiteengingen. Jan was misschien uit mijn oog verdwenen, maar zeker niet uit mijn hart."
Bronnen
Boeken van Jan van der Ploeg via deze pagina: https://www.swpbook.com/auteur/882/jan-dirk-van-der-ploeg