De vraag werd me meerdere keren gesteld. “Wat heeft deze filosofische kijk op de samenleving met jouw werk te maken?” In mijn antwoord beschrijf ik drie telkens terugkerende gebeurtenissen. In mijn gesprekken met professionals komt regelmatig op tafel dat zij zich beknot voelen in hun vakmanschap en niet mogen doen wat nodig is. Diegenen die hiertegen ‘nee’ willen zeggen, doen dat meestal niet. De gevoelde kwetsbaarheid, het gevoel te falen en de vereiste moed, wegen te zwaar.
Dan zijn er ontmoetingen met kersverse ondernemers die hun nieuw gevonden vrijheid bejubelen. Zelfstandigen die voldoende omzet verwerven, kunnen deze goed beschermen. Zij die nauwelijks het hoofd boven water houden, kunnen dat niet. De jacht op inkomen dwingt hen iedere klant te accepteren. Ook als sprake is van condities die vakmanschap inperken.
Tot slot de ervaringen met publieke organisaties die moeten samenwerken en concurreren met collega’s. Concurrentie is zowel een bij wet opgelegde plicht als een gevolg van de noodzaak inkomsten te vinden “in de markt”. Veel sociale en maatschappelijke ambities vragen om samenwerking. De markt beperkt de vrijheid om hiervoor te kiezen.
Telkens is de vraag hoe hiermee om te gaan.
Een column van Jos van der Horst. In aanloop naar 1 september, wanneer zijn boek Onze vrijheid zit in een wurggreep verschijnt, publiceert hij prikkelende columns. Van der Horst (1956) is een veranderkundige en marketingmanager met een jarenlange ervaring in het publieke domein.
2. Mag ik even de trotse vader en oom zijn?
3. Corona, vertrouwen en autoriteit
Meer weten informatie over Onze vrijheid zit in een wurggreep is te vinden via de link.