In het NRC van 8 maart jl. stond een artikel over het leven en werken van Carla van Lichtenburgt (1952-2021), die als ervaringsdeskundige het zwijgen over incest doorbrak, zo staat het er in de krant[2]. De afgelopen jaren is dat zwijgen vaak doorbroken in verschillende autobiografieen. Van de Stichting lotgenoten Incest staan er dertig op hun lijst en dan staan de boeken van Carla, dat van Karin Bloemen (‘mijn ware verhaal’) of van H.O.P.E er nog niet eens bij. Carla begon haar strijd veertig jaar geleden. Tijd om de balans op te maken: zijn we verder gekomen in het terugdringen van seksueel misbruik en in het behandelen van slachtoffers?
Bij het overlijden van Carla van Lichtenburgt
Peer van der Helm[1]
Waar zijn we verder in gekomen
We hebben veel meer kennis van trauma[3]. Daar waar in de jaren tachtig meisjes als Carla roepende in de woestijn waren en veel mensen, maar ook hulpverleners de gevolgen van seksueel misbruik bagatelliseerden, weten we nu dat die gevolgen niet meevallen. Veel meisjes ontwikkelen complexe multiproblematiek. Vaak gaan ze zichzelf verwonden (snijden, bonken) of doen suicidepogingen en ontwikkelen eetproblemen[4] en gaan vroeg dood. Ook worden ze gevoeliger voor herhaald slachtofferschap en gaan met foute mannen mee, zoals Carla. Daar waar psychiaters en geleerden in de jaren negentig het fenomeen dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) belachelijk maakten en ontkenden weten we nu dankzij modern hersenonderzoek dat dit een van de gevolgen is van vroegkinderlijk misbruik en stress. We weten ook hoe we er beter mee om kunnen gaan. We kunnen trauma beter behandelen met bijvoorbeeld EMDR, als we er maar op tijd bij zijn. Ook dat is een nieuw inzicht. Tot voor kort luidde de richtlijn eerst stabiliseren en dan trauma behandelen, tegenwoordig weten we dat we zo snel mogelijk trauma’s moeten behandelen om PTSS te voorkomen. Er zijn landelijke gespecialiseerde instellingen voor slachtoffers van seksueel misbruik. Op de Hogescholen en Universiteiten staat het onderwerp op de curricula, zij het mondjesmaat[5]. Tot zover het goede nieuws in veertig jaar.
Waar zijn we niet verder gekomen?
Aantallen-In de eerste plaats lijkt het er niet op dat seksueel misbruik afneemt. De Nationaal rapporteur geeft aan dat de cijfers die bekend zijn in de politieregistratie een onderschatting zijn van de ware omvang[6]. Hij schat dat een op de drie kinderen ermee te maken krijgt. Ook opsporing en vervolging komen nauwelijks van de grond. Dat heeft waarschijnlijk als reden dat daders meestal bekenden zijn en slachtoffers het misbruik aan zichzelf wijten (‘self silencing’)[7]. Een donker geheim wordt dan een ‘donker trauma’ waar niet over gepraat kan worden. Ook is bewijs vaak heel moeilijk rond te krijgen en kan de politie vaak niks anders dan kinderen weer naar huis sturen en een zorgmelding doen. Als er al iets gebeurd zijn de achterstanden in verschillende regio’s zo ver opgelopen, dat de jeugdbescherming soms een jaar later pas langskomt.
Kennis toepassen
Nog steeds krijgen misbruikte meisjes verkeerde diagnoses zoals gedragsproblemen, borderline, autisme, schizofrenie of anorexia. Daaronder schuilt echter dat donkere geheim en PTSS. Ze worden in gesloten instellingen en de jeugdzorg of de jeugd-GGZ opgenomen en belanden vaak in de separeer[8]. Bovendien hanteren veel hulpverleners verouderde kennis: eerst stabiliseren, dan pas traumatherapie, terwijl modern onderzoek laat zien dat je daarmee meteen moet beginnen. Regionale expertteams missen de kennis en doorzettingsmacht en gemeenten houden de hand op de knip. In enkele regio’s zijn de wachttijden voor traumatherapie opgelopen tot meer dan een jaar. En de gespecialiseerde instellingen staan op omvallen als gevolg van decentralisatie en bezuinigingen in de Jeugdzorg (ondenkbaar bij kinderkanker!).
Conclusie
De conclusie luidt dat we verder zijn gekomen met kennis maar niet met preventie, terugdringen en implementatie van kennis in praktijk en behandeling. Er worden met enige regelmaat congressen, praattafels, tandeloze task-forces en excuus-onderzoeken georganiseerd, waaruit telkens weer blijkt hoe erg het is. Dat is nu genoegzaam bekend.
Aanbevelingen voor de erfenis van Carla
Het wordt tijd dat er actie komt in de vorm van een Nationaal Actieprogramma tegen Seksueel Misbruik onder leiding van de Nationaal Rapporteur. Dat programma bestaat uit voorlichting, kennisvermeerdering en toepassing en adequate financiering van ambulante behandeling (‘zo thuis als mogelijk’).
Voorlichting: dat komt het beste tot stand op school en op plekken waar kwetsbare kinderen komen zoals bijvoorbeeld in gezinshuizen. Want daar bereiken we de kinderen en ouders en uit onderzoek is gebleken dat hechte relaties tussen peers bescherming kunnen bieden tegen seksueel misbruik. Bijzondere aandacht moet komen voor het gespecialiseerd onderwijs , waar veel kwetsbare kinderen komen. Politie en jeugdbescherming moeten worden meegenomen in het actieprogramma, want ook daar ontbreekt vaak kennis.
Kennisvermeerdering: stel onder leiding van Eva Bicanic[9] een netwerk op van lectoren en bijzonder hoogleraren op hogescholen en universiteiten met als doel aankomende beroepsbeoefenaren in de hulpverlening kennis te geven van dit probleem en oplossingen voor de praktijk. Ook moeten van hieruit onderzoek coordineren om tot nieuwe (ambulante) behandelmethoden te komen.
Adequate financiering: behandeling dient niet afhankelijk te zijn van een gemeente of een zorgverzekeraar. Dit kan beter landelijk gefinancierd worden vanwege de hoge kosten voor een aantal gespecialiseerde zorginstellingen.
De foto’s van Carla uit de krant kwamen uit begin jaren tachtig en ik besefte ineens dat ik haar destijds wel eens in Amsterdam was tegengekomen. Ze leefde net als zoveel slachtoffers een geisoleerd bestaan met haar trauma’s en DIS. Ze stierf begin dit jaar in een ziekenhuis. Zoals Carla zijn er veel, veel meer. Wie pakt haar werk op?
[1] Prof. dr. G.H.P. van der Helm is lector aan de hogeschool Leiden en Hoogleraar Onderwijs en Zorg aan de Universiteit van Amsterdam.
[2] ttps://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/04/carla-van-lichtenburcht-1952-2021-doorbrak-het-zwijgen-over-incest-a4034213
[3] https://www.sociaalweb.nl/blogs/boekrecensie-traumasporen-door-bessel-van-der-kolk
[4] https://www.swpbook.com/boeken/1/geestelijke-gezondheidszorg/2199/leefklimaat
[5] https://www.hsleiden.nl/residentiele-jeugdzorg/onderzoek-en-projecten/huiselijk-geweld-en-kindermishandeling-in-het-hbo/index
[6] https://www.nu.nl/weekend/5776125/kindermisbruik-is-qua-omvang-en-impact-een-epidemie.html
[7] https://www.swpbook.com/boeken/1/geestelijke-gezondheidszorg/2199/leefklimaat
[8] https://www.socialevraagstukken.nl/seksueel-misbruikte-meisjes-horen-niet-in-een-gesloten-instelling/
[9] Iva Bicanic is initiatiefnemer en landelijk coördinator van het Centrum Seksueel Geweld.