We voeren zelden geplande gesprekken. De meeste meer diepgaande gesprekken vinden plaats op plekken die daar eigenlijk niet voor bedoeld zijn, zoals in de auto tijdens een lange rit. Als u spontaan tegen uw partner zegt ‘We moeten eens praten!’, schrikt hij of zij waarschijnlijk. Dat geldt nog erger voor uw kinderen of uw leerlingen. Als u tegen een van hen zegt ‘We moeten eens praten!’, schrikken zij. Het kind denkt: ‘Shit, wat heb ik verkeerd gedaan?’.
Ook iets op verzoek vertellen en vooral iets over jezelf vertellen is lastig. Als iemand vraagt ‘Vertel eens iets over jezelf’, dan moet je vaak eerst goed nadenken, vooral over wat je wel en niet zal vertellen. Als je dat op een speelse indirect indirecte manier doet, bijvoorbeeld via een tekening of via smiley’s is dat een veel minder groot probleem. Je ziet dat volwassenen en kinderen dan vaak spontaan antwoord geven. Ik gebruik soms een vel waarop allerlei soorten Smiley’s staan, die ook allerlei verschillende emoties tonen. De vraag is dan: Waar lijk je het meest op? Met uiteraard een vraag om het uit te leggen. Ik ga dan meestal door met de vraag op wie ze absoluut niet lijken en op wie ze willen lijken. Daar hoeft bijna nooit lang over te worden nagedacht en het leidt vaak tot spontane soms hilarische antwoorden. Je kunt hetzelfde natuurlijk met de gezinsleden van het kind doen als je vermoedt dat er spanningen in het gezin zijn; Op wie lijkt vader? Op wie lijkt moeder? Et cetera. Je kunt het ook gebruiken wanneer je wilt weten hoe een kind denkt over klasgenoten, wanneer je vermoedt dat het gepest wordt. Kinderen zijn vaak loyaal en klikken niet graag, ook vanwege de sociale druk. Maar het zeggen dat klasgenootje Kees op die boze smiley lijkt, ziet het kind zeer waarschijnlijk niet als klikken, en het levert u wel informatie op hoe het kind zijn klasgenoten beleeft.
Ik wil voor een aantal veel voorkomende gesprekssituaties voorbeelden van creatieve communicatiealternatieven bespreken. Het betreft:
Kennismaken
Als ik met kinderen die ik niet ken, maar soms ook met volwassen die ik niet ken moet praten stel ik mij vaak eerst voor met een tekening. Ik teken mijzelf, mijn gezin samen met de katten en vertel dat ik onder andere boeken schrijf en mijn vrouw voor de minister van verkeer werkt.
Op het moment dat ik dit teken ben ik niet meer die vreemde meneer, maar ben ik de meneer van de katten geworden. Ik heb een gezicht gekregen. Het kind zal verbaasd zijn dat ik teken. Ik vraag dan of het kind nog iets wil weten over mij. Vaak volgen er dan vragen over de katten en vertelt het kind dat het ook huisdieren heeft. Het eerste contact is gelegd. Zeker wanneer er een nieuw kind in de klas komt is dit een aardige manier om jezelf als juf of meester voor te stellen. Veel effectiever dan om in woorden uit te leggen wie je bent, want wat vertel je een nieuw kind van vijf over jezelf?
Het gezin van een kind leren kennen
Vaak ben je als leerkracht een halve therapeut. Het is uiteraard de vraag hoe ver je hierin moet gaan, maar die vraag wil ik hier even buiten beschouwing laten. Stel je hebt een vermoeden dat het feit dat een kind in de klas ineens zo stil is, te maken heeft met mogelijke gezinsproblemen en je wilt weten of die gedachte klopt. Als je met het kind hierover gaat praten is dat vaak een moeilijke situatie. Wat kan het kind wel en wat niet tegen de meester of juf zeggen? Door de loyaliteit die kinderen met hun ouders voelen, is het erg moeilijk voor een kind om in een gesprek open en spontaan te reageren. Ik denk dat het kind opgelucht ademhaalt als je zegt dat je een spelletje wilt spelen en vraagt of het bijvoorbeeld het spel galgje kent. Galgje is een spelletje dat je goed kunt gebruiken om een kind en zijn leefsituatie beter te leren kennen. Je laat het kind bijvoorbeeld het word ‘lief’ raden en vraagt vervolgens wie er het laatst lief tegen hem of haar was en of er ook wel eens iemand niet lief is. Het is een manier van communiceren die voor kinderen minder belastend is dan het tegen over elkaar, al dan niet aan een tafel, met elkaar praten. Als het gesprek erg zwaar wordt, biedt het ook de mogelijkheid om snel een wat lichtere wending aan het gesprek te geven. Je laat het kind bijvoorbeeld het woord ‘clown’, of iets makkelijker het woord ‘zon’ raden.
In ‘Creatief Communiceren met Kinderen’ geef ik nog veel meer voorbeelden van spelletjes die je in kunt zetten in professionele gesprekken met kinderen. Voor jonge kinderen is een spel als galgje uiteraard minder geschikt. Wat ik dan vaak doe is dat ik de omtrek van mijn hand teken, waarbij ik vraag als er minder dan vijf gezinsleden zijn, welke vinger ik weg moet laten. Als er meer dan vijf zijn, gebruik ik uiteraard twee handen. Ik vraag ook of ik de vingers dichtbij elkaar of een beetje uitelkaar moet tekenen en wie welke vinger is. Vervolgens teken ik met behulp van de info van het kind de verschillende gezinsleden op de vingers. Ik vraag wat er gebeurt als het kind waar je mee praat, gaat huilen en ik teken dan tranen op het gezicht van het kind. Welke vinger buigt dan als eerste naar het betreffende kind toe?
Het bespreken van moeilijk situaties
Vaak geef ik trainingen voor hulpverleners die geconfronteerd worden met moeilijk situaties waarin kinderen terecht zijn gekomen. Dat gaat zelfs zo ver dat het situaties zijn waarin een kind aanwezig was toen de vader werd neergeschoten. Dit soort situaties zijn zeker vanwege het sterk emotionele karakter moeilijk bespreekbaar. Wat ik dan meestal doe, is dat ik de situatie samen met het kind met eenvoudige stokpoppetjes probeer te tekenen; Waar was jij? Wie was er nog meer? Hoe ging het verder? Ik teken er spraak- of denkwolkjes bij waarin de kinderen aan kunnen geven wat de verschillende betrokkenen zeggen of denken.
De kans dat u dit soort heftige problemen tegenkomt en met een kind moet bespreken is gelukkig niet zo groot. Maar er zijn ook problemen die u in de klas tegenkomt, zoals pesten, die u op een dergelijke manier bespreekbaar kunt maken en die u inzicht geven in wat er speelt. U kunt bijvoorbeeld samen met het kind de pestsituatie tekenen. Wie komen er in die tekening voor? Waar speelt het zich af? Waar bent uzelf? U kunt met het kind op die manier, door er een soort strip van te maken, ook mogelijke oplossingen bespreken en evalueren. U zult zien dat het tekenen van dit soort problematische situatie met behulp van stokpoppetjes relatief eenvoudig is en dat het het bespreken van problemen een stuk makkelijker maakt.
Tot slot
In de hulpverlenings-, maar ook in de onderwijssituatie wordt veel met kinderen gesproken, terwijl dit voor kinderen meestal een onnatuurlijke en vooral niet makkelijke situatie is. Ook de meeste hulpverleningsboeken gaan over het voeren van gesprekken met kinderen. Daar komt nog eens bij dat kinderen meestal niet zelf om die gesprekken hebben gevraagd. Vaak vormen volwassen situaties, zoals een scheiding of verwaarlozing, de oorzaak van die gesprekken. Ik vind daarom dat wij extra allert moeten zijn dat wij gesprekken met kinderen het liefst op een speelse kindvriendelijke en creatieve manier voeren. Het is alleen teleurstellend hoe weinig aandacht er in opleidingen en in studieboeken besteed wordt aan creatief communiceren met kinderen Ik probeer zelf het gebruik van creatieve technieken te bevorderen door trainingen te geven, waar ik laat zien hoe je dit soort technieken kunt inzetten. Hoe kun je bijvoorbeeld op een eenvoudige manier poppetjes en emoties tekenen? Ook zet ik op de Facebookpagina van KIDpartners een of meer kindvriendelijke tips. Wil je die ontvangen dan moet je ons even liken. Veel van die ideeën zijn ook verzameld in het boek ‘Creatief communiceren met kinderen’, waarbij een bijlageboek zit met door kunstenares Greetje Sieders getekend materiaal dat u in communicatie met kinderen kunt gebruiken, zoals een emotiedobbelsteen en aankleedpoppen.
Auteur: Ben Baarda
Ben Baarda leidt een wat gespleten bestaan, naast boeken over en statistiek en onderzoekmethoden, publiceert en traint hij op het gebied van communicatie met kinderen en adolescenten.
Ben Baarda is docent van de training Creatief Communiceren met kinderen, aangeboden door Logavak.